Ik glimlachte naar mezelf in het donker.
De volgende ochtend stapte ik naar buiten met een rechte rug, een plan dat zich in mijn hoofd vormde.
Zestig jaar lang leefde ik voor anderen. Ik heb gekookt, schoongemaakt, geofferd. Ik gaf dromen op voor luiers en doktersrekeningen.
Maar vandaag?
Vandaag zou ik voor mezelf leven.
En ik zou iets doen waardoor ieders haar overeind zou staan.
Ik werd de volgende dag vroeg wakker, eerder dan ik in jaren had gedaan.
De stad buiten het raam van mijn gastenverblijf begon te roeren-verkopers zetten kraampjes op, motorfietsen mopperen tot leven, de rivier vangt stukjes gouden zon. Ik nam een kopje oploskoffie en opende het notitieboekje dat ik de avond ervoor had gekocht. De eerste pagina was leeg. Zo voelde mijn leven nu.