« Daniel, ik hoop alleen dat je een leven van vriendelijkheid leidt en leert je familie lief te hebben en te respecteren. Als je vader ooit hertrouwt, vergeef hem dan alsjeblieft. Laat hem niet alleen oud worden. »
Tranen doorweekten het papier. Mijn hart brak, maar haar woorden gaven me kracht.
Op mijn trouwdag stond ik voor de poort. Mijn vader droeg een eenvoudig pak. Sophia, in een zwierige witte jurk, legde zachtjes haar handen op haar buik. Mijn borstkas kromp ineen. Ik wilde naar binnen gaan en « Nee! » schreeuwen, maar mijn voeten voelden als aan de grond genageld.
In plaats daarvan liet ik de brief bij de deur achter:
« Ik kan dit niet zegenen, maar ik kan jou ook niet haten. Ik ga weg. Ik hoop dat je geluk vindt. »
Ik draaide me om en liep de straat af. Bruiloftsmuziek galmde achter me en elke noot greep mijn hart als een steen vast.
Mijn jeugd, mijn familie. Alles stortte in een oogwenk in.