De kapstok, zonder enig teken van Laura’s jas.
« Javier! » riep ze met trillende stem. « Kom hier! »
Hij leek half te slapen, maar toen hij om zich heen keek, verstijfde hij.
Al Laura’s spullen waren weg.
Op tafel lag een briefje in vastberaden handschrift:
« Bedankt voor de les. Nu weet ik wie ik ben. Je mag alles houden,
behalve mijn waardigheid.Ā Ā»
āLaura.ā
Javier las het briefje met trillende handen.
āDat kan nietā¦ā mompelde hij.
Carmen snoof.
« Ze maakt een scène. Ze komt wel terug, dat zul je wel zien. »
Maar de dagen verstreken. Toen de weken.
En Laura kwam nooit meer terug.
Ondertussen was Laura al in Madrid, waar haar vriendin Isabel haar verwelkomde in haar kleine appartement in de wijk LavapiƩs.
Ze begon te werken in een boekwinkel en na verloop van tijd opende ze haar eigen ambachtelijke werkplaats: āLuz de Lavanda.ā
Elke dag leerde ze opnieuw ademen.
Lachen zonder angst.
Om in de spiegel te kijken en de vrouw te herkennen die ze altijd al had willen zijn.
Haar geurkaarsen, handgemaakt van gedroogde bloemen en natuurlijke oliƫn, werden al snel beroemd in de buurt.
Mensen zeiden: