Ik knielde en kuste zijn voorhoofd. « Het is goed, lieverd. »
Toen ik opkeek, huilde Mark – echte tranen. Emily trilde ondertussen van woede. Ze duwde hem weg, haar stem brak. « Je hebt alles vernietigd. Je hebt ons vernietigd! »
En op dat moment zag ik hoe broos hun ‘perfecte’ huwelijk eigenlijk was. Emily stormde weg en liet hem alleen achter in de menigte. Hij riep haar na, maar ze draaide zich niet om.
Toen keerden zijn ogen terug naar mij, rauw van spijt. « Alsjeblieft, Claire. Laat me deel uitmaken van zijn leven. »
Ik klemde Jacob steviger vast. « Je hebt je keuze gemaakt. Verwacht niet dat ik de puinhoop opruim. »
En daarmee liep ik weg, terwijl ik de hand van mijn zoon vasthield. Mark bleef achter in de puinhoop die hij zelf had veroorzaakt.
Maar daar bleef het niet bij. In de weken die volgden, verscheen Mark overal – buiten mijn appartement, vlakbij het ziekenhuis, zelfs een keer bij Jacobs kinderdagverblijf. Hij was niet bedreigend, gewoon onverbiddelijk. Elke keer smeekte hij om hetzelfde: een kans om zijn zoon te leren kennen.
In eerste instantie weigerde ik. Jacob was mijn hele wereld, en ik was niet van plan de man die me gebroken had ook maar in zijn buurt te laten komen. Maar Mark gaf niet op. Hij stuurde brieven, e-mails, zelfs nachtelijke voicemails vol schuldgevoel en verlangen. De man die ooit zo makkelijk was weggelopen, klampte zich nu vast aan de hoop om vader te worden.
Later hoorde ik via mijn moeder dat Emily hem had verlaten. Ze kon de waarheid niet verdragen – dat Jacob bestond, dat Marks hart nooit helemaal van haar was geweest. In haar ogen was mijn zoon het levende bewijs van een liefde die weigerde te sterven.
Op een avond, nadat ik Jacob in bed had gestopt, vond ik weer een brief onder mijn deur door. Het handschrift was trillerig.
Ik weet dat ik jullie beiden in de steek heb gelaten. Ik zie hem elke nacht in mijn dromen. Ik kan niet ongedaan maken wat ik heb gedaan, maar alsjeblieft, Claire – laat me het proberen.
Ik wilde het kapotmaken, maar een deel van mij kon dat niet.