Die avond zaten we op de bank, met onze benen in elkaar verstrengeld en tissues verspreid over de salontafel. De televisie stond uit, onze telefoons werden genegeerd en voor het eerst in lange tijd praatten we urenlang.
Hij vertelde me over zijn eerste dochter. Ze heette Lila. Hij beschreef hoe klein ze was, hoe haar handje nauwelijks om haar pink paste, en hoe ze begraven werd op een kleine begraafplaats buiten Durham met een grafsteen met de tekst « Voor altijd geliefd ».
Ik vertelde hem dat ik me elke date had voorgesteld als een speciaal moment voor ons. Maar in plaats daarvan zat ik daar maar naar het scherm te staren, mijn tas stevig vastgeklemd, en deed alsof ik niet alleen was.

Een echoscopist voert een echo uit | Bron: Pexels
We hebben samen gehuild, we hebben ruzie gemaakt en uiteindelijk zijn we toch een beetje genezen.
Hij beloofde me dat hij er voortaan voor me zou zijn, ook al was het eng voor hem.
« Ook al moet ik elke minuut mijn nek verdraaien, » zei hij. « Ik zal er zijn. »
Hij hield zijn belofte.
Bij de volgende afspraak verscheen hij in een overhemd en ging naast me zitten. Zijn hand kneep zo hard in de mijne dat ik dacht dat hij hem zou breken. Toen de hartslag door de speakers klonk, luid en snel als een galopperend paard, vulden zijn ogen zich met tranen. Hij kuste mijn hand en fluisterde: « Dat is onze dochter. »
Vanaf dat moment ging hij naar elke afspraak. Hij stelde vragen aan de verloskundige. Hij hield mijn jas vast. Hij downloadde zelfs een app om mijn zwangerschap bij te houden en begon lijsten met babynamen voor te lezen terwijl we op de bank naar herhalingen keken.

Close-up van een man die de babybuik van zijn vrouw aanraakt | Bron: Pexels
Maar belangrijker nog, hij ging in therapie. Niet alleen via de supportgroep, maar ook via echte één-op-één sessies met een therapeut die gespecialiseerd is in trauma. Hij vertelde me niet alles wat er tijdens die sessies gebeurde, en ik heb hem niet aangespoord. Ik gaf hem gewoon die ruimte.
Op een avond kwam hij thuis met een klein doosje. Daarin zat een medaillon met twee namen erin gegraveerd: « Lila » aan de ene kant en « Baby S. » aan de andere kant.
Ik keek hem sprakeloos aan.
Hij schraapte zijn keel. « Ik wilde dat je ze allebei had. Omdat ze allebei een deel van mij zijn. En nu zijn ze allebei een deel van jou. »
Ik drukte het medaillon tegen mijn borst en barstte in tranen uit. Ik huilde harder dan ik in maanden had gedaan.
Zal ik hem vergeven dat hij dit allemaal verborgen heeft gehouden? Voor de leugens, de emotionele afstand?

Een vrouw kijkt naar haar spiegelbeeld | Bron: Pexels