Mark kon geen woord uitbrengen. Ik liep weg, mijn hakken klikten op de marmeren vloer. Achter me klonk een glas met een harde tik tegen een bord – ik wist niet of het uit zijn hand glipte of dat hij gewoon brak onder de druk.
Ik ben niet teruggegaan. Dat was ook niet nodig.
Omdat de boodschap die ik hem wilde overbrengen, de waarheid die ik hem onder ogen wilde laten komen, al in die nacht was gegraveerd.
Maanden later vroeg ik de scheiding aan. In stilte. Zonder drama. Hij smeekte, zwoer dat het een « moment van zwakte » was, en pleitte dat « het niets betekende ». Maar zwakte is niet zorgvuldig een tafel reserveren, wijn kiezen, je mooi aankleden voor een andere vrouw.
Ik zei niets. Ik had geen excuses meer nodig.
Wat ik nodig had was zelfrespect. Rust. Een stabiel leven voor mijn zoon.
En ze kwamen allebei diezelfde nacht nog bij mij terug.