Voor het eerst zag ik zijn masker afglijden. Een vlaag van woede klemde zijn kaken op elkaar. « Ze ligt in coma. Hoe kan ze in vredesnaam iemand een naam geven? »
Ik balde mijn vuisten onder de tafel, mijn stem brak de regel van stilte. « Ze vertelde het me. Morsecode. Ze spelde je naam. »
Zijn ogen schoten scherp en venijnig op me af. « Dat is absurd. »
Maar Laura drong aan. « Wat niet absurd is, is je geschiedenis. We hebben verzegelde gegevens uit Ohio opgevraagd. Een contactverbod, aanklachten wegens intimidatie. Je bent vrijuit gegaan op basis van technische details, maar het patroon is duidelijk. »
Davids gezicht werd rood. Zijn vuisten balden zich op tafel. Even dacht ik dat hij eroverheen zou springen.
Mark sprak eindelijk, zijn stem trilde. « David… zeg me dat het niet waar is. »
Er hing een dikke stilte in de kamer. Toen grijnsde David. « Ze heeft alles verpest. Ze had met je moeten trouwen, Mark. Ze had dankbaar moeten zijn. In plaats daarvan heeft ze me vernederd. Ze wilde me niet eens aankijken. »
De woorden bezorgden me een rilling. Zijn obsessie, zijn woede – het klopte allemaal.
Laura gebaarde naar de agenten buiten: « David Harper, je bent gearresteerd voor poging tot moord. »
Terwijl ze hem de kamer uit trokken, draaide hij zijn hoofd en keek me met brandende ogen aan. « Dit is nog niet voorbij, » siste hij.
Ik haalde trillend adem. Voor het eerst in weken voelde ik de last van de angst van me afglijden.
Terug in het ziekenhuis snelde ik naar Anna toe. Ik boog me naar haar toe en vertelde haar dat David gearresteerd was. Een traan rolde over haar wang. Toen, voor het eerst, bewogen haar lippen – een zacht, schor gefluister: « Dank je. »
Weken later werd Anna volledig wakker. Haar herstel was lang en pijnlijk, maar ze overleefde. En ze herinnerde zich alles: het piepen van de banden, de falende remmen, de laatste glimp van Davids auto in haar achteruitkijkspiegel.
Haar getuigenis bevestigde zijn veroordeling.