Het bleek dat hij helemaal niet arm was. Het land was een voorouderlijk landgoed dat hij volledig geheim hield en waar hij nooit over sprak.
De spaarrekening bestond uit geld dat hij zijn hele leven had met pensioenen en overheidsuitkeringen, met totale rente, en waarvan hij nooit een peso had gebruikt.
Hij besloot dat het aan mij over te laten, de ik die hij ooit als een « parasiet » had beschouwd en van wie hij zich het liefst had afgezonderd.
Die avond zat ik alleen voor zijn altaar en stak een wierookstokje aan. Let op:
« Ik had het mis, vader… »
“Je hebt je hele leven in stilte geleefd, en niemand was je ooit iets verschuldigd, zelfs niet degenen die je ooit als een laatste beschouwd hebben.”