Mijn dochter is lui en hij heeft alle lasten gedragen. Ik heb lang geleefd; ik weet wie goed is en wie niet. Hij heeft mijn betaling niet nodig, maar ik kan niet sterven zonder hem iets na te laten.
Ik verstijfde en er sprongen tranen in mijn ogen, hoewel ik niet begreep waarom.
Het bleek dat hij helemaal niet arm was. Het land was voorouderlijk bezit, dat hij volledig geheim had gehouden en er nooit een woord over had gerept.
De spaarrekening bestond uit geld dat hij gedurende zijn leven had verzameld via zijn pensioen en overheidsuitkeringen, met samengestelde rente, waar geen enkele peso op was ingegaan.
Hij heeft ervoor gekozen het aan mij na te laten, aan mij, die hij ooit als een « parasiet » beschouwde en bij wie hij het liefst afstand had willen nemen.
Die avond zat ik alleen voor zijn altaar en stak een wierookstokje aan. Kijkend naar zijn glimlachende foto fluisterde ik:
“Ik had het mis, vader…”
“Je hele leven heb je in stilte geleefd, en nooit heeft iemand je iets verschuldigd, zelfs niet aan degenen die je ooit als een last beschouwden.”