Tijdens de receptie draaide Emily vrolijk rond op de dansvloer, haar lach straalde warmte uit als zonlicht. Gasten prezen haar jurk, de linten en haar beheersing. Ze straalde.
Margaret kwam een keer dichterbij, haar uitdrukking onleesbaar. « Ze ziet er inderdaad… aardig uit, » gaf ze met tegenzin toe.
Ik keek haar recht in de ogen. « Ze ziet er perfect uit. Omdat ze zichzelf is. En omdat niemand – niemand – haar waarde of die van mij kan bepalen. »
Margaret antwoordde niet. Ze liep gewoon weg, haar macht over mij loste op als rook in de wind.
Die avond, nadat de muziek was weggestorven en de gasten vertrokken, kroop Emily tegen me aan, haar hoofd zwaar op mijn schouder. « Mam, » fluisterde ze slaperig, « vandaag was perfect. »
Tranen prikten in mijn ogen toen ik haar voorhoofd kuste. « Ja, lieverd. Dat was het. Omdat we elkaar hadden. »
En op dat moment, omgeven door stilte en de vage geur van seringen, wist ik de waarheid: een jurk kon worden losgemaakt, maar liefde – onze liefde – was onbreekbaar.