Hij kwam dichterbij. “Ja?”
“Dank je wel. Niet alleen voor het eten.”
Thomas glimlachte. “Graag gedaan. Je bent erg dapper.”
Terwijl het busje wegreed, stond Thomas een lang moment in het steegje, met zijn geest in een race.
Aan de oppervlakte was dit begonnen als een eenvoudige daad van het delen van restjes. Maar het was meer dan dat. Verreweg.
Het was een herinnering dat soms de kleinste stemmen—degenen die we het snelst negeren—de grootste waarheden dragen. En dat iemand helpen niet altijd betekent dat je al je problemen oplost. Soms betekent het gewoon dat je ze ziet… en het volgende juiste doet.
Een paar weken later kreeg Thomas een handgeschreven briefje op zijn kantoor. Het was van de Lira. De maatschappelijk werkers hadden haar geholpen en Mateo herenigden zich met hun moeder nadat ze hersteld was. Ze werden in een opvanghuis geplaatst dat gezinnen hielp bij de wederopbouw. De brief eindigde eenvoudig:
“Meneer Thomas, bedankt dat u niet wegliep. Ik hoop dat je mij nooit vergeet, want Ik zal jou nooit vergeten.”