Voor Camille was het wennen aan deze nieuwe dagelijkse routine niet meteen een fluitje van een cent. Slapen in een comfortabel bed, je buikje rond eten zonder zorgen… Het leek bijna onwerkelijk. Maar beetje bij beetje leerde ze vertrouwen, zichzelf heropbouwen, dromen.
Julien van zijn kant herontdekte tederheid. Hij, die achter de barrières van succes en eenzaamheid leefde, vond in deze relatie een onverwachte vorm van genezing.
Van een vraag op straat… naar een erkende stichting
Naarmate de jaren verstreken, groeide Camille uit tot een vrolijke en vastberaden jonge vrouw. Met Juliens steun schreef ze zich in aan de Sorbonne. Maar in plaats van een vooropgezet pad te volgen, nam ze een belangrijke beslissing: ze
richtte een stichting op om straatkinderen te helpen.
Zijn naam?
« Mag ik met je mee eten? »
Een eerbetoon aan deze oprichtingszin. Met de steun van haar adoptievader, die er een deel van zijn fortuin in investeerde, geeft Camille terug.