Methode
1. Bereid de taartbodem (bodem en topping)
Meng de bloem met het zout en de suiker in een mixer of met de hand.
Voeg de in stukjes gesneden koude boter toe en roer tot het mengsel zanderig wordt.
Voeg beetje bij beetje het ijskoude water toe tot het deeg samenkomt (niet te veel kneden).
Verdeel het deeg in twee broden, druk ze iets plat, wikkel ze in huishoudfolie en laat ze minimaal 1 uur in de koelkast liggen.
2. Maak de vulling
Doe de kersen, de suiker, maïzena, citroensap en -rasp, vanille en een snufje zout in een kom.
Laat het ongeveer 20–30 minuten staan zodat de sappen kunnen vrijkomen (giet indien nodig even af).
3. Stel de taart samen
Rol het eerste deeg uit en bekleed de bakvorm (ingevet of met bakpapier).
Giet de kersenvulling erbij en strijk het goed glad.
Rol de tweede schijf uit en bekleed hiermee de taart of maak een klassieke rasterkorst.
Plak de randen dicht en maak een paar sneetjes als u de hele schijf gebruikt, zodat de stoom kan ontsnappen.
4. Afwerking en bakken
Bestrijk het oppervlak met losgeklopt ei en bestrooi met kristalsuiker.
Bak het in een oven op 190 °C gedurende ongeveer 50-60 minuten, totdat de buitenkant goudbruin is en de vulling suddert.
5. Laat het geduldig afkoelen
Laat het volledig afkoelen (minimaal 3–4 uur) zodat de vulling dikker kan worden… ook al is het heel moeilijk om te wachten! 😅
🥄 Serveer het zo:
Met vanille-ijs 🍨
Met een toefje slagroom
Of gewoon op zichzelf, warm… het ene sneetje leidt tot het andere!