Een onverwacht telefoontje
Elke agent weet dat wanneer een kind 112 belt, de sfeer in de meldkamer verandert. Er is iets ruws en verontrustends in de stem van het kind dat het protocol doorbreekt. Vanavond was niet anders. De koptelefoon van de centralist kraakte zachtjes, en toen fluisterde een zachte, trillende, maar dringende stem: » Alstublieft… kom snel. Mijn ouders… zijn in de slaapkamer. »
Toen viel er een stilte over de lijn. Geen details, geen uitleg. Het enige geluid was de ademhaling van de jonge jongen, trillend en onregelmatig.
Thuiskomen
We bereikten het aangewezen adres in minder dan vijf minuten. Het licht op de veranda flikkerde zwakjes en wierp lange schaduwen over de smalle tuin. En daar was hij – de jongen die ons had gebeld. Hij stond bij de poort, bleek als een laken, een klein hondje tegen zijn borst geklemd alsof het het enige schild was dat hij nog had. Zijn lippen trilden toen hij fluisterde: « Je bent gekomen… dank je wel. » Zijn ogen, wijd open van angst, flitsten naar het raam op de bovenverdieping. Geen verdere uitleg. Alleen die blik.
Gesloten deur