« Ik regel wel dat je in een hotel kunt verblijven, » vervolgde Ethan met een vaste stem. « We kunnen alles later bespreken, maar voor nu heb ik je hier weg nodig. »
Olivia knikte zwijgend, terwijl de tranen over haar wangen stroomden. De vrouw die ooit zijn leven verlichtte met haar lach, leek nu klein en afstandelijk. Ze pakte stilletjes haar spullen bij elkaar, de echo’s van haar vertrekkende voetstappen een spookachtige herinnering aan het leven dat ze ooit deelden.
Toen de deur achter haar dichtviel, draaide Ethan zich om naar Margaret, met een zwaar maar vastberaden hart. « Het spijt me zo, mam, » mompelde hij, terwijl hij weer naast haar knielde.
Margaret slaagde erin een flauwe glimlach te creëren en strekte haar hand uit om hem te aaien. « Je hebt het juiste gedaan, Ethan. Soms zijn mensen niet wie we denken dat ze zijn. »
Ethan knikte, het gewicht van haar woorden daalde op hem neer. De nacht was nog lang niet voorbij, maar te midden van het verdriet gloorde er een sprankje helderheid. Hij had iets kostbaars verloren, maar ook iets onschatbaars herwonnen: de veiligheid en waardigheid van de vrouw die altijd achter hem had gestaan. En daarmee wist hij dat hij alles aankon wat er komen ging.