Williams kaken spanden zich. Hij had imperiums opgebouwd, onderhandeld met meedogenloze oliebaronnen en legers advocaten aangevoerd. Maar niets was te vergelijken met de aanblik van zijn dochter, trillend en vernederd. Haar vermomming gaf haar de zeldzame gave Jonathan zonder enige schijn te zien, en de waarheid was weerzinwekkend.
‘Kom met me mee,’ herhaalde William, en zijn toon liet geen ruimte voor weigering.
Emily keek hen aan, haar gedachten duizelden. Ze had al jaren niet meer met haar vader gesproken. Ze waren op bittere toon uit elkaar gegaan nadat hij Jonathan ervan beschuldigde een roofzuchtige rijkdom en macht te zijn. Ze had Jonathan toen fel verdedigd. Maar nu – nu was de waarschuwing van haar vader een profetie die in vervulling ging.
Er arriveerden versterkingen van de beveiliging. Twee extra bewakers flankeerden Jonathan. De CEO verhief zijn stem, wanhopig om zijn dominantie te laten blijken. « Raak me aan en je zult er spijt van krijgen. Ik klaag je hele bedrijf aan. »
Maar William boog zich voorover, zijn ogen brandden. Met gedempte stem, zodat alleen Jonathan het kon horen, zei hij: « Je moet je minder zorgen maken over de rechtszaken en meer over de naam Harrington. Want je hebt net mijn dochter te pakken gekregen. »
Jonathans gezicht verdween van kleur. Voor het eerst verbrijzelde angst zijn arrogantie. « Jij bent… Harrington? »
William zei niets. In plaats daarvan legde hij zachtjes een stevige hand op Emily’s schouder en leidde haar weg van de chaos die zich ontvouwde. Beveiligingscamera’s volgden haar op de voet. Het verhaal was Jonathan al ontglipt: een vooraanstaande CEO slaat zijn zwangere vrouw in het openbaar, geconfronteerd met een onbekende bewaker. Tegen de avond zou het voorpaginanieuws zijn.
Emily’s gedachten raasden door haar hoofd – een wervelwind van vernedering, verdriet en een onverwachte glimp van opluchting. Haar vader had het allemaal gezien. Ze hoefde zich niet langer te rechtvaardigen, uit te leggen of te verbergen. Maar de verpletterende last van haar gebroken huwelijk, het schandaal dat nu gaande was, en het kind dat in haar groeide, drukten als een zware steen.
Achter hen schreeuwde Jonathan loze dreigementen terwijl de beveiliging hem naar een wachtkamer leidde. Zijn stem galmde – maar voor het eerst lette niemand op.