De volgende ochtend had ik moeite met staan. Ik had een verstopte neus, keelpijn en een licht gevoel in mijn hoofd.

Alleen ter illustratie. | Bron: Pexel
« Je bent laat… waar is het ontbijt? » Dat waren de eerste woorden die ik van Aiden hoorde in plaats van « goedemorgen ».
Ik duwde mezelf onder een warme douche en ging naar de keuken om ontbijt te maken. Aiden stond op het punt te vertrekken en zei: « Vergeet het maar, je bent te langzaam. Ik kom te laat, » en sloeg de deur achter zich dicht.
Ik voelde me zo slecht dat ik me ziek moest melden. Ik maakte thee met honing en citroen en ging weer naar bed. Zittend op bed probeerde ik me te herinneren wanneer Aiden me zo slecht begon te behandelen. Hij was niet altijd zo…

Alleen ter illustratie. | Bron: Pexel
Maar ik besefte dat ik me niet kon herinneren wanneer Aiden me voor het laatst had geholpen, of me zelfs maar met woorden had gesteund. Zelfs als hij ongelijk had, wist hij me altijd de schuld te geven. Ik huilde mezelf in slaap.
Ik werd wakker van stemmen uit de gang. Is hij weer thuis? Waarom is hij teruggekomen? Misschien is hij iets vergeten?