Ik ben de enige die voor mijn moeder, Joyce, van 79, zorgt. Nadat ze was gevallen en haar heup had gebroken, nam ik de moeilijkste beslissing van mijn leven: ik liet haar opnemen in een verpleeghuis. Ik was bang dat ze zichzelf weer zou bezeren terwijl ik aan het werk was.
Maar ik heb haar nooit verlaten.
Elk weekend kwam ik langs met nieuwe muffins, lakte haar nagels en versierde haar kamer met familiefoto’s. Het was niet perfect, maar het was liefde.
Afgelopen zaterdag kwam ik binnen met bananenbrood en een lekker warm vestje, en de receptioniste knipoogde.
« Mevrouw Joyce? Ze is er niet meer. Ze is vorige week uit het ziekenhuis ontslagen. Een vrouw heeft haar opgehaald en gezegd dat u het goedkeurde. »
Mijn hart stond stil.
« Welke vrouw? » vroeg ik, bijna buiten adem. « Ik keurde niets goed. Ik ben haar enige dochter. »
De receptioniste aarzelde. « Ze zei dat ze je zus was. Melissa… of Marlena? »
Mijn maag draaide zich om. « Je bedoelt Marla? »