« Ik vertel de waarheid, » snikte ze. « Voor het eerst in drie jaar vertel ik de waarheid. »
Dat was alles wat de agenten hoefden te horen. Terwijl ze Wilbur in de boeien sloegen, keek hij Leona boos aan. « Je zult hier spijt van krijgen. Zonder mij ben je niets. »
« Ik zou liever niets zijn dan toekijken hoe jij mijn zoon pijn doet, » antwoordde ze, en op dat moment werd ze de sterke vrouw die ik me herinnerde.
Nadat ze weg waren, zaten we met z’n drieën in de stille woonkamer. Leona huilde, en Amos knielde naast haar neer om haar te troosten. « Wat nu, opa? » vroeg hij me.
« Nu, » zei ik, kijkend naar mijn familie, gebroken maar eindelijk genezend, « nu genezen we. »