In de rechtbank was het bewijs onweerlegbaar. Foto’s. Rapporten. Aantekeningen van de inspecteur. Het vonnis: Emily werd veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding en leges.
Ze zat aan de tafel van de verdachte, bleek, trillend en alleen.
Rechtvaardigheid voelde niet als triomf. Het voelde als bevrijding.
Vrede heropbouwen
Het nieuws verspreidde zich snel. Buren hadden geen medelijden meer met Emily. Werkgevers vermeden haar cv. Vrienden belden niet meer.
Ondertussen heb ik het herbouwd. Nieuwe keuken. Nieuwe badkamer. Elke reparatie was sterker, goed gedaan. Mijn huis werd weer compleet – het mijne, onaantastbaar.
Buren kwamen hoofdschuddend langs. « Ze heeft gekregen wat ze verdiende. »
Ik knikte alleen maar.
Op een avond stond ik in de nieuwe badkamer, op dezelfde plek waar maanden geleden mijn toilet verlaten in de gang had gestaan. De herinnering aan hun gelach bleef hangen, maar nu glansden de tegels schoon.
Toen besefte ik: wraak zat niet in rechtszaken of boetes. Wraak stond hier, wetende dat ze het nooit meer konden nemen.
Mensen vragen me soms of ik er spijt van heb.