Ik zakte op de grond, tranen doorweekten het papier. Alle jaren van uitputting, wrok en stil verdriet verdwenen in dat moment.
Toen de familie mij de volgende morgen bij het altaar zag knielen, met de brief in mijn handen, werd het stil in huis.
Javier knielde naast mij neer, zijn stem brak terwijl hij fluisterde:
“Vergeef me, Marina… Ik heb nooit geweten hoe diep mijn moeder van je hield.”
Ik glimlachte door mijn tranen heen en schudde zachtjes mijn hoofd.
« Ik heb het geld niet nodig, Javier. Ik moest gewoon weten… dat ze me gezien heeft. »
Buiten stroomde het ochtendlicht door het raam naar binnen – zacht, goudkleurig en warm –
als de omhelzing van een moeder die haar nooit helemaal losliet.