Deze temperaturen vertragen de groei van bacteriën in de koelkast en zorgen ervoor dat bevroren voedsel niet bederft in de vriezer. Alles wat warmer is, kan uw voedsel onveilig maken; alles wat kouder is, kan leiden tot het invriezen van kwetsbare items in uw koelkast of tot vriesbrand.
Hoe u uw instellingen het hele jaar door kunt aanpassen
Lente en herfst: minimale aanpassingen
Deze seizoenen hebben over het algemeen mildere omgevingstemperaturen, wat betekent dat uw koelkast en vriezer niet zo hard hoeven te werken. Dit is een goed moment om de interne temperatuur te controleren met een apparaatthermometer en deze indien nodig bij te stellen. Als uw koelkast kouder draait dan nodig is, kunt u deze iets terugdraaien om energie te besparen.
Zomer: Houd het koeler
In de zomermaanden is het in uw keuken warmer en wordt uw koelkast vaker geopend (denk aan familiebijeenkomsten, koude dranken, ijsjes). Warme lucht sluipt naar binnen en het apparaat moet harder werken om koel te blijven.
Tips:
Om dit te compenseren, zet u de koelkast op een temperatuur dichter bij 3°C.
Zorg ervoor dat u de koelkast niet te vol laadt, want dit beperkt de luchtstroom.
Houd koude producten zoals drankjes en etensresten afgedekt en bewaar ze achterin (het koelste gedeelte).
Winter: Let op overkoeling
In koudere maanden, vooral als uw koelkast in een garage of kelder staat, kunnen de buitentemperaturen aanzienlijk dalen. Dit kan de thermostaat of compressor in de war brengen, vooral in oudere units of units in onverwarmde ruimtes.
Tips: