Deze ervaring veranderde iets in me. De garage, ooit slechts een onopvallende opslagruimte, had nu een vreemde lading. Elke keer dat ik er langs liep, dacht ik aan wat ik niet had gezien, wat ik zo lang had genegeerd. Het waren niet langer alleen spinnen, maar een herinnering dat de natuur gedijt in de schaduw, waar we niet kijken, en soms zelfs recht onder onze neus.
Zelfs nu, maanden later, aarzel ik nog steeds om de garagedeur te openen. De ongediertebestrijder verzekerde ons dat de plaag verdwenen was, maar mijn geest speelt me parten. Ik stel me voor hoe die kleine pootjes uit het zicht kruipen, hoe er stilletjes een nieuw nest wordt gebouwd. De gedachte doet me huiveren.
Wat ik die dag leerde, was ontnuchterend. We beschouwen ons huis als een veilige, gecontroleerde ruimte. Maar in werkelijkheid is de natuur alomtegenwoordig, altijd klaar om binnen te dringen en vergeten hoekjes terug te veroveren. Je vergeet dit gemakkelijk totdat je het hart van een levend nest in je garage ontdekt.
Nu, w