Toch bleef de schade bestaan – niet in mijn lichaam, maar in mijn vertrouwen.
Maandenlang werd ik midden in de nacht wakker, bang voor elk geluid, elke schaduw.
Maar langzaam begon ik te genezen.
Ik verkocht mijn huis in de stad en verhuisde permanent naar de strandvilla, de enige plek die nog echt als de mijne voelde.
Elke ochtend loop ik met een kop koffie over het zand en herinner ik mezelf aan het volgende:
“Vriendelijkheid zonder eerlijkheid is geen liefde.
Zorg zonder vrijheid is controle.”
Het is drie jaar geleden.
Ik ben nu 62 jaar oud.
Ik geef een kleine yogales aan vrouwen van vijftig jaar en ouder – niet voor fitness, maar voor kracht, rust en zelfrespect.
Soms vragen mijn studenten mij of ik weer in de liefde geloof.
Ik glimlach.
“Natuurlijk wel.
Maar nu weet ik dat liefde niet zit in wat iemand je geeft, maar in wat ze je niet weer afnemen.”
Daarna maak ik elke avond voor het slapengaan een glas warm water voor mezelf klaar: honing, kamille en niets anders.
Ik hef het op naar mijn spiegelbeeld en fluister:
“Een toost op de vrouw die eindelijk wakker werd.