Een ander volgde hem. En nog een. Mensen begonnen op te staan, kwamen naar hem toe en zeiden dat ze hun samenwerking beëindigden. Iemand verliet stilletjes de kamer.
En daar stond hij, verward, met zijn glas in zijn hand. Voor het eerst in zijn leven wist hij niet wat hij moest zeggen.
En ik pakte mijn tas en vertrok. Met opgeheven hoofd. Ik was geen schaduw meer.
En weet je, ik heb er geen moment spijt van gehad.