De meeste orchideeën houden van scherpe hoeken, maar niet van direct zonlicht. Hoe meer omgevingslicht er is, hoe groter de kans op bloei tijdens de volgende actieve periode. De beste plaats is bij het raam.
2. Houd het substraat
vochtig Orchideeën worden meestal verkocht met substraat van dennenschors, omdat de wortels een goede drainage nodig hebben en het risico op overstromingen minimaal is. Het zijn parasitaire planten in tropische wouden die op bomen groeien en leven van de vochtigheid in de omgeving. Ze hebben veel vocht nodig, maar geen natte ondergrond,
In de winter hoeft u ze zelden water te geven, maar als het droog weer is en we de verwarming aan hebben staan, moet u dit vaker doen (nooit vaker dan één keer per week).
Bekijk de pot tegen het licht. Als er nog steeds vocht in het substraat zit, mag u de pot niet water geven. Als het daarentegen droog is, wordt er water toegevoegd, altijd gedestilleerd.
Op zeer droge plekken is het aan te raden om een luchtbevochtiger neer te zetten of de orchideeënbladeren dagelijks met water te besproeien. Het is ook een goed idee om de plant niet op plekken te zetten die te vochtig zijn, zoals in drukke badkamers.
3.
Regelmatig bemesten Bloeiende orchideeën hebben een speciale meststof nodig voor dit soort planten. Deze is verkrijgbaar in gespecialiseerde winkels. Zonder meststof is bloei onwaarschijnlijk. Het wordt meestal in vloeibare vorm verkocht en aan irrigatiewater toegevoegd.
Orchideeën in kassen worden al rijkelijk bemest, maar na een paar maanden moet u ze ook met meststoffen gaan behandelen.
4. Zorg voor het juiste temperatuurverschil
Om te kunnen bloeien, hebben orchideeën in de weken voorafgaand aan de lente een goed temperatuurverschil nodig. Normaal gesproken bedraagt het contrast ongeveer 10°C tussen het minimum ‘s nachts en het maximum overdag, waarbij de grenzen tussen 15°C en 30°C altijd in acht worden genomen.
Je kunt je plant ook binnen 24 uur van een warmere plek naar een koelere plek verplaatsen om de juiste temperatuur te krijgen.