Het blijkt dat kool een grote hoeveelheid vitamine C bevat, zelfs meer dan citrusvruchten. Daarom helpt het bij de strijd tegen ziekten, omdat het als beschermend middel voor het lichaam fungeert en de ontwikkeling van darmkanker voorkomt.
Het eten van kool versnelt bovendien de stofwisseling en vermindert het risico op borst- en eierstokkanker. Het voorkomt diabetes en hart- en vaatziekten en verlaagt het urinezuurgehalte. Het helpt ook bij reumatische klachten en verbetert de spijsvertering.
Daarnaast kan kool helpen bij de behandeling van maaginfecties, doordat het diarree voorkomt en het op een natuurlijke manier elimineert.
Wanneer het plaatselijk wordt aangebracht, kan het de pijn verlichten en blauwe plekken als gevolg van stoten verminderen. Het is zelfs nuttig voor vrouwen die borstvoeding geven, omdat het de pijn verlicht als je de bladeren op de pijnlijke plek aanbrengt.