Ruth boog haar hoofd. « Ik zal wachten zolang het nodig is. »
In de weken die volgden, bezocht Ruth stilletjes het café en keek toe hoe haar dochter en kleindochter werkten. Langzaam, met Eliza’s zachte aandringen, gaf Marianne haar moeder kleine stapjes richting verzoening. Op een avond, terwijl de drie generaties samen aten, fluisterde Ruth: « Ik zal de pijn die ik heb veroorzaakt misschien nooit meer ongedaan maken, maar ik zal de rest van mijn dagen besteden aan het bewijzen van mijn liefde. »
Marianne, hoewel er littekens waren, gaf zichzelf eindelijk de ruimte om te verzachten. Ze kneep in de hand van haar moeder. « Voor Eliza zal ik het proberen. »
En onder het dak van het kleine café, gebouwd op uithoudingsvermogen en vriendelijkheid, begon een gebroken gezin te genezen – niet perfect, maar wel oprecht. Mariannes reis was het bewijs dat zelfs de diepste wonden weer licht konden vinden, als je ervoor koos de hoop niet op te geven.