Fouten die u moet vermijden bij het bereiden van aardappel- en tomatengratin met bechamelsaus
Om uw aardappel- en tomatenbechamelgratin tot een succes te maken, vermijdt u deze veelgemaakte fouten die het eindresultaat in gevaar kunnen brengen:
Ongelijke plakjesdikte: Zorg ervoor dat u de aardappelen en tomaten in uniforme plakjes snijdt, zodat ze gelijkmatig gaar worden. Te dikke plakjes hebben mogelijk een langere kooktijd nodig, terwijl te dunne plakjes te zacht kunnen worden.
Bechamelsaus te dun of te dik: De consistentie van de bechamelsaus is cruciaal. Als het te vloeibaar is, zal het niet goed binden met de gratiningrediënten. Aan de andere kant kan een te dikke bechamelsaus de gratin droog maken. Zorg ervoor dat je de saus kookt tot hij dik genoeg is om de achterkant van een lepel te bedekken.
Oververhitting van de boter bij het maken van de roux: Smelt de boter op middelhoog vuur om te voorkomen dat deze verbrandt. Gebruinde boter kan de smaak van de bechamelsaus veranderen en de kleur van de gratin beïnvloeden.
Vergeten de bechamelsaus op smaak te brengen: Kruiden met zout, peper en nootmuskaat is essentieel om de smaak van de gratin te versterken. Proef en pas de smaakmakers aan naar jouw persoonlijke voorkeur.
Te kort of te lang koken: Houd de gaarheid van de gratin nauwlettend in de gaten. Een te korte kooktijd kan ervoor zorgen dat de aardappelen niet gaar zijn, terwijl te gaar koken de gratin uitdroogt. De aanbevolen kooktijd van 45 minuten zou voldoende moeten zijn, maar pas deze aan afhankelijk van het vermogen van uw oven en de gewenste textuur van de aardappelen.
Door deze veelgemaakte fouten te vermijden, kunt u een bechamelgratin van aardappelen en tomaten bereiden die qua smaken en texturen perfect uitgebalanceerd is.
zie vervolg op de volgende pagina