Was en steriliseer alle benodigdheden die je voor de Griekse yoghurt gaat gebruiken.
Verwarm de melk in een kleine steelpan op middelhoog vuur tot een temperatuur van ongeveer 85-90 °C (185-195 °F). Gebruik een keukenthermometer om de temperatuur nauwkeurig te meten. Dit doodt ongewenste bacteriën en denatureert de melkeiwitten voor een dikkere consistentie.
Haal de melk van het vuur en laat hem afkoelen tot een temperatuur van ongeveer 45 °C. Je kunt het afkoelproces versnellen door de steelpan in een koudwaterbad te zetten.
Meng in een klein bakje de 2 eetlepels yoghurt met een beetje warme melk tot een pasta ontstaat. Voeg vervolgens deze yoghurtpasta toe aan de warme melk en roer goed om ervoor te zorgen dat het goed gemengd is.
Giet het melk-yoghurtmengsel in een hittebestendige kom of grote mok.
Dek de kom af met een deksel of plasticfolie.
Wikkel de kom in een grote handdoek om een constante temperatuur te behouden en laat hem 6-12 uur op een warme, tochtvrije plek staan. Dit geeft de yoghurtculturen de tijd om hun werk te doen en het mengsel dikker te maken.
Na de fermentatieperiode zul je merken dat de yoghurt dikker is geworden en een kenmerkende zure smaak heeft gekregen. Als je Griekse yoghurt wilt, is de volgende stap het afgieten van de overtollige wei.
Plaats een zeef boven een kom en leg een kaasdoek of kaasdoek over de zeef. Giet de yoghurt in de zeef en laat hem minstens 4 uur in de koelkast uitlekken tot hij de gewenste dikte heeft. Het vocht dat eruit loopt, is de wei.
Eenmaal uitgelekt, heb je een dikke, romige Griekse yoghurt, klaar om te eten. Je kunt hem naturel serveren of garneren met fruit, honing, noten of andere toppings naar keuze. Geniet van je zelfgemaakte Griekse yoghurt! Je kunt restjes een paar dagen in de koelkast bewaren. Je kunt ook een kleine hoeveelheid van deze yoghurt als voorgerecht gebruiken.
