
Gisterenmorgen, terwijl ik bij het raam de was aan het sorteren was, zag ik iets dat mijn hart sneller deed kloppen.
Maar bij nadere inspectie voelde ik iets vreemds doelbewusts. Hun rangschikking, vorm, zelfs hun delicate groenige tint – alles leek te kwetsbaar om te vernietigen.
Toen besefte ik het: dit waren geen motteneieren of tekenen van ongedierte.
Het waren vlindereieren die op de een of andere manier op mijn kleding terechtkwamen. Het was een onverwachte herinnering aan de stille volharding van de natuur, zelfs op de vreemdste plekken.