Ze slopen langs huizen, giechelend en zich achter struiken verstoppend. « Daar! Dat raam staat op een kier! » fluisterde één van de kinderen. Iedereen hield zijn adem in. Een jongen, laten we hem Tom noemen, legde voorzichtig een pijltje in de buis, blies met al zijn kracht, en… poef! Het pijltje schoot door de lucht, perfect gericht, en landde met een zachte plof op de vensterbank. Ze proestten het uit van het lachen en renden weg voordat iemand het raam opendeed om te kijken wat er aan de hand was.
De middag ging zo door: pijltjes vlogen door de lucht, schaterlach vulde de straten, en af en toe een spannend moment als een boze buurman naar buiten kwam kijken. Het was een spel vol spanning, een vleugje ondeugendheid, en een gevoel van vrijheid dat je alleen als kind kon voelen.