Emilia nodigde haar uit aan tafel. Ze luisterde. Ze heeft haar koffie gezet. Ze belde een paar vrienden en hielp hen tijdelijke banen te vinden. Het was niet veel, maar je moet ergens beginnen.
De jonge vrouw barstte in tranen uit.
– dankzij… Niemand heeft ooit zoveel voor mij gedaan.…
Emilia glimlachte en kneep in haar hand.:
– Het begint allemaal met de eerste stap. Soms is het gewoon een kopje warme koffie.
**
Jaren zijn verstreken. Het café is uitgebreid. Emilia opende een tweede vestiging. Ze werkte niet meer elke dag achter de toonbank, maar bezocht beide plaatsen, kende de klanten en was geïnteresseerd in het personeel. Ze werd geliefd, gerespecteerd en bewonderd.
Op een herfstdag, kijkend door het glas van het café naar de bladeren die in de wind draaien, fluisterde Emilia tegen zichzelf:
Het leven heeft me niet gespaard. Maar het leerde me vliegen.