Diezelfde avond pakte ik mijn spullen en belde mijn dochter. Ze kwam bij zonsopgang om me terug te brengen naar haar huis op het platteland.
De dag dat ik het huis verliet, dat ooit gevuld was met het gelach van mijn kleinkinderen, huilde ik niet meer.
Ik begreep dat het bloed soms vertroebeld wordt door hebzucht. Maar ik wist ook dat ik nog steeds een plek had om naar terug te keren, iemand die echt van me hield.
Ik glimlachte en hield de hand van mijn dochter stevig vast tijdens de rit naar Guanajuato.
Achter mij stond het huis waar mijn zoon en schoondochter zouden wonen, tussen de koude muren die ze zelf met hun egoïsme hadden opgetrokken.
En eindelijk had ik een stap voorwaarts gezet… naar de vrede van mijn laatste jaren.