- Dispensers:
- Verwijder de wasmiddelbakjes en de wasverzachterbakjes (indien verwijderbaar).
- Week ze in heet zeepsop en schrob ze daarna met een borstel om resten te verwijderen.
- Grondig afspoelen en drogen voordat u het terugplaatst.
- Filteren:
- Controleer de handleiding van uw wasmachine om te zien waar het filter zich bevindt.
- Maak het filter schoon volgens de instructies van de fabrikant om pluisjes, vuil en gruis te verwijderen die zich kunnen ophopen.
3. Voer een onderhoudswasbeurt uit:
- Machines met voorlader:
- Na het schoonmaken wast u de plek met heet water en gebruikt u 1 kopje zuiveringszout in plaats van wasmiddel.
- Dit helpt om geuren te neutraliseren en de trommel te desinfecteren.
- Machines met bovenlader:
- Herhaal de wascyclus met heet water en azijn of bleekmiddel eenmaal per maand om de machine schoon en fris te houden.
4. Buitenkant en bedieningspaneel:
- Veeg de buitenkant van het apparaat, inclusief het bedieningspaneel, schoon met een vochtige doek en een mild schoonmaakmiddel.
- Droog af met een schone doek om watervlekken te voorkomen.
5. Tips voor regelmatig onderhoud:
- Laat de deur of het deksel na elk gebruik openstaan, zodat de trommel volledig kan drogen en schimmelgroei wordt voorkomen.
- Maak de deurafdichting en het wasmiddelbakje regelmatig schoon om ophopingen te voorkomen.
- Gebruik de juiste hoeveelheid wasmiddel en voorkom dat de machine te vol wordt om te voorkomen dat er resten achterblijven.