Ik gaf haar een envelop toen het dessert arriveerde. Er lagen meerdere servetten met de tekst « Je zou je moeten schamen », die mijn oma die avond niet kon uitspreken. « Ze is geen portemonnee; ze is een weduwe. » « Karma is onderweg. »

Ik liet haar alles in zich opnemen en zag hoe haar gezicht veranderde naarmate de betekenis tot haar doordrong. Elk woord was gepland, bedoeld om de pijn te weerspiegelen die ze mijn grootmoeder had aangedaan.
Nadat ze het had voorgelezen, vertelde ik haar koel en duidelijk wat er precies was gebeurd: de verjaardag, de outfit, de fooi en de wandeling naar huis in tranen.
Mijn stem verhief zich niet. Ik wilde dat ze de waarheid voelde, niet mijn woede. Jessica liep deze keer niet glimlachend weg. Of ze nu verandert of niet, ze kan nooit meer doen alsof ze niet wist hoeveel schade ze heeft aangericht.