Een ervaren serveerster in een restaurant zag de tatoeage op de arm van een jonge serveerster. De veteraan was verbaasd toen hij zich realiseerde waar hij die tatoeage eerder had gezien.
Het café rook die ochtend naar dampende koffie vermengd met verbrande toast. Lily liep tussen de tafels door met een dienblad in haar handen. Ze werkte hier al drie jaar als serveerster.
Ze was een rustig meisje, woonde aan de rand van de stad en zorgde voor haar zieke moeder.
« Hé, Lily! » verbrak de luide stem van een klant de rust. « Laat me niet verbranden met die koffie! »
De groep lachte luid, maar Lily schonk met vaste handen de koffie in en liep naar een andere tafel.
Die dag zat in de hoekbank bij het raam een grijsharige veteraan in camouflagekleding langzaam te drinken, diep in gedachten verzonken. Zijn ogen verlieten Lily zelden.
Terwijl ze bukte om een servetje op te rapen, zag ze onder haar mouw een tatoeage van een zwarte valk die een rood kruis vasthield.
De veteraan verstijfde midden in een slok, de mok bleef voor zijn lippen hangen. Hij herkende dat symbool.
Hij stond abrupt op, greep haar pols en trok haar mouw hoger omhoog.