Een paar uur later, wanneer het rustiger is in de instelling en de adrenaline is weggeëbd, is alles verwerkt in de pauzeruimte. Zijn ex-vriendin is een geest uit zijn verleden, een hoofdstuk dat ontoegankelijk was. Nu, niet alleen als herinnering, maar met een tastbare erfenis van hun geschiedenis: zijn kind.
De deur kraakte open en ze stapte naar binnen, niet langer een angstige patiënt, maar een vrouw met een verhaal. Ze ging tegenover hem zitten, haar ogen een mengeling van verontschuldiging en vastberadenheid. « Hij heeft dit nooit gewild, » begon ze, haar spraak trilde.
Hij luisterde terwijl hij zichzelf voorstelde, terwijl angst haar wegduwde, terwijl ze kort na haar vertrek ontslag nam en worstelde met de extra apparatuur. Het leven was moeilijk, en ze werd gesterkt door haar zelfontdekking dat het beter was haar kind alleen op te voeden en hem deze chaos te besparen. Maar het lot, zo leek het, had andere plannen.
Hij bleef stil en nam haar woorden in zich op, zijn woede maakte geleidelijk plaats voor een gevoel van verantwoordelijkheid. Het kind was zijn zoon, een levende schakel met een vroegere liefde en een toekomst die hij niet had verwacht. Je kunt niet veranderen wat er is gebeurd, maar je kunt wel kiezen hoe je verdergaat.
« Ik wou dat je het me had verteld, » zei hij uiteindelijk, zijn stem klonk in werkelijkheid verdacht.
‘Ik weet het,’ zei ze zachtjes, en haar gezicht toonde spijt.
Mogelijk urenlang, gravend door de restanten van hun verleden, de fragiele stukjes aan elkaar puzzelend. Het waren niet langer de zorgeloze jaren van hun laatste jaren, maar ze deelden iets anders: een kind, een kans op verlossing. Terwijl ze de woonkamer verlaat om haar zoon te controleren, schittert Natrzaś op de meest onverwachte plek: een ziekenhuiskamer waar het leven een onverwachte aanval heeft gekregen, een tweede kans om haar verhaal te herschrijven.