Weelderige, donkergroene bladeren, maar geen bloemen.
Langzame of minimale nieuwe groei.
Lange bladstelen die zich naar de lichtbron uitstrekken.
2. Onjuist water geven
Lepelplanten zijn gevoelig voor zowel te veel als te weinig water. Te natte grond verstikt de wortels, wat leidt tot rotting, terwijl droogte stress veroorzaakt die de bloei verhindert.
Tekenen van overbewatering: vergelende bladeren, papperige wortels, vieze geur uit de grond.
Tekenen van te weinig water: dramatisch hangende bladeren (hoewel lepelplanten zich snel herstellen na water geven).
3. Voedingsstoffentekort
Te veel stikstof in meststof zorgt voor bladgroei, maar onderdrukt de bloei. Lepelplanten hebben fosfor en kalium nodig om bloei te stimuleren.
Als u alleen een standaard universele meststof gebruikt, kan het zijn dat uw plant niet de voedingsstoffen krijgt die hij nodig heeft voor zijn bloei.
4. Temperatuurproblemen
Lepelplanten gedijen goed bij constante warmte (18-29 °C). Blootstelling aan tocht, plotselinge kou of te warme, droge lucht van verwarming kan hun bloeicyclus verstoren.