Corticosteroïden (zalven, bijvoorbeeld met clobetasol – hebben een ontstekingsremmende werking),
Calcineurineremmers (tacrolimus, pimecrolimus – een alternatief voor steroïden),
Aluminiumacetaatkompressen (drogen de blaren),
Verzachtende middelen (bv. met ureum – voorkomen huidscheuren).
b) Algemene therapie:
Antihistaminica (bijv. cetirizine – verlicht jeuk),
Fototherapie (PUVA of UVB – in resistente gevallen),
Antibiotica (tegen secundaire bacteriële infecties).
c) Huismiddeltjes:
Vermijd natte handen en contact met schoonmaakmiddelen (draag katoenen handschoenen onder latex handschoenen).
Baden in kaliumpermanganaat (verdund! – desinfecterende werking),
Tea tree olie (ontstekingsremmende eigenschappen).
5. Prognose en complicaties
De ziekte is chronisch, maar geneest spontaan na jaren bij 30-40% van de patiënten.