1. Vet in het bovenlichaam (appelvorm):
Mensen die het meeste vet in hun bovenlichaam opslaan, met name rond de buik, borst en rug, worden vaak omschreven als een « appelvorm ». Dit type vetverdeling wordt geassocieerd met een hoger visceraal vetgehalte, dat vitale organen kan omringen en kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals insulineresistentie, diabetes type 2 en hartaandoeningen. Mensen met dit type vetverdeling moeten zich richten op een combinatie van cardiovasculaire training, krachttraining en een dieet rijk aan onbewerkte voeding, magere eiwitten en gezonde vetten om buikvet te verminderen.
2. Vet in het onderlichaam (peervorm):
Mensen met overgewicht in de heupen, dijen en billen hebben vaak een « peervorm ». Hoewel dit type vetverdeling over het algemeen als minder riskant wordt beschouwd dan vet in het bovenlichaam, kan het toch leiden tot complicaties zoals spataderen en gewrichtsproblemen. Om vet in het onderlichaam te beheersen, moeten mensen een combinatie van aerobe training, krachttraining gericht op de benen en een uitgebalanceerd dieet in hun dieet opnemen om vet in deze gebieden te verminderen.
3. Totaal lichaamsvet (overgewicht/obesitas):
Wanneer vet gelijkmatig over het lichaam verdeeld is, wijst dit vaak op een algehele staat van overgewicht of obesitas. Dit scenario verhoogt het algehele risico op diverse gezondheidsproblemen, aangezien overtollig vet vrijwel elk orgaansysteem kan aantasten. Een uitgebreide aanpak, inclusief caloriebewaking, regelmatige lichaamsbeweging, gedragstherapie en in sommige gevallen medische interventies of afslankprogramma’s, is noodzakelijk om dit type vetverdeling aan te pakken.
4. Visceraal vet: