« Wie laat er nou een Lamborghini in het zicht staan? Mijn zoon zou zomaar kunnen sterven door onvoorzichtigheid! Je zou hier moeten zijn! »
Dat waren de eerste woorden die Karen Whitmore naar Marcus Ellington schreeuwde, de zwarte CEO wiens auto haar tienerzoon net had gestolen en gecrasht.
Het begon allemaal op een rustige zaterdagochtend in het centrum van Los Angeles. Marcus, de oprichter van een succesvol techbedrijf, besloot een ritje te maken in zijn Lamborghini Aventador. Voor hem was een auto niet zomaar een machine – het was een symbool van dromen, gegarandeerd elke late avond op het werk en elk apparaat dat hij versloeg.
Hij parkeerde voor het koffiehuis, trok de stekker uit het apparaat, maar de deur ging open en hij liep naar het apparaat om zijn favoriete espresso te drinken. Slechts vijf minuten later klonk het oorverdovende gebrul van de motor van zijn auto. Marcus rende naar buiten, net toen de Lamborghini de straat af scheurde.