Wanneer Ruby’s dochter, Cindy, beweert dat haar oma altijd een « vriend » in de buurt heeft, neemt Ruby aan dat het iemand is die ze kent. Maar Cindy verduidelijkt dat deze « vriend » William heet – de exacte naam van Ruby’s vader, die al een tijdje geleden is overleden.
Mijn familie is altijd heel hecht geweest. Ik ben enig kind, dus ik ben heel close met mijn ouders opgegroeid. Ze waren bij elke hockeywedstrijd die ik speelde en bij elke ouderavond op mijn school. En dat veranderde niet toen ik naar de universiteit ging. Ze kwamen elke drie weken, en mama bracht eten.
Maar toen mijn vader stierf, veranderde alles.
Ik heb nu mijn eigen gezin: een man en een zesjarige dochter genaamd Cindy.
Sinds mijn vader is overleden, is mijn moeder niet meer dezelfde. Vroeger was ze een ‘hippiemoeder’ die overalls droeg en bijna alles schilderde wat ze zag. Ik vond dat geweldig. Ik hield van de spirit die ermee gepaard ging.
Maar de dag dat we mijn vader begroeven, veranderde er iets. Die geest vervaagde, gereduceerd tot een schim van wat hij ooit was.
Nu wil mijn moeder meer tijd met ons thuis doorbrengen. Ze geniet er vooral van om tijd met Cindy door te brengen en een band met haar op te bouwen. Soms breng ik Cindy naar mijn moeder; soms haalt zij haar op en brengt haar weer terug na een avontuur samen.
Maar de laatste tijd, wanneer mijn moeder Cindy afzet, huilt mijn dochter de hele tijd en ontwijkt ze haar oma, terwijl mijn moeder me vertelt wat ze gedaan hebben.