Hij bekommerde zich alleen om zijn handicap.
Luna volgde met een trillende maar oprechte toespraak: « Meneer Blackwood, uw zoon is dapper en gul. Hij vertelt me verhalen, helpt me met lezen, maakt me aan het lachen. Is hij niet het allerbelangrijkste? »
Maria probeerde zich los te maken, maar Marcus onderbrak haar en hield haar zachtjes tegen. Voor het eerst voelde hij zich echt tot Luna aangetrokken – niet meer als persoon, maar als iemand die haar zoon weer een glimlach op zijn gezicht zou toveren.
« Je hebt haar iets gegeven wat ik vergeten was te geven, » mompelde hij. « Je hebt haar geluk teruggebracht. »
Tommy’s gezicht lichtte op. « Dus… Luna mag blijven? »
Marcus slikte en knikte. « Ja, onder speciale omstandigheden. »
De kinderen wisselden bezorgde blikken uit.
« De voorwaarde, » zei hij met een lichte glimlach, « is dat je me af en toe met je laat spelen. Ik denk dat ik vergeten ben hoe ik dit moet doen… misschien kun je me gebruiken. »
Voor het eerst in jaren lachte Marcus – onmiddellijk en onbedaarlijk. Tommy wierp zich in zijn armen en omhelsde hem stevig. « Echt waar, pap? Wil je met ons spelen? »
« Echt waar, » zei Marcus’ volgeling, terwijl hij haar omhelsde. « Ik wil niet langer alleen maar dat je chronisch bent. Ik wil bij je wonen. De wereld van mijn kinderen zien. »
De ondergaande zon baadde de woonkamer in een gouden gloed. Voor het eerst sinds de ramp voelde Marcus zich meer dan een slachtoffer, meer dan een rouwende weduwnaar. Ken jezelf als vader.
Door je zoon naast je beste vriend te zien lachen, begreep je dat alle rijkdom ter wereld waardeloos is zonder hem – zonder liefde, zonder gelach, zonder moed, door het gebruik van vrijheid.