Ter illustratie.
In het vliegtuig bestelde Andrei een whisky en vroeg zich af wat hij tegen zijn vrouw moest zeggen. Na tien jaar huwelijk was hun relatie bijna vreemd geworden.
Laat die avond stopte er een taxi vlak bij zijn appartement. Nadat hij de chauffeur had betaald, verstijfde Andrei even en keek uit het raam van zijn appartement. Het licht in de woonkamer brandde. Marina was wakker. Hij haalde diep adem en liep naar de ingang.
De deur ging geluidloos open. Hij zette zijn koffer in de gang en luisterde. Zachte muziek en stemmen klonken uit de woonkamer. « Een televisie, » dacht hij, terwijl hij zijn schoenen uittrok en naar de bron van het geluid liep.
Wat hij zag, deed hem huiveren. In het midden van de woonkamer stond een feestelijke tafel met champagne en een taart versierd met een kaars in de vorm van het cijfer « 10 ».
Marina ging op de bank zitten, maar ze was niet alleen. Naast haar zat een lange blonde man die Andrei nog nooit eerder had gezien. Ze lachten, en de hand van de vreemdeling legde op haar schouder.
« Wat… wat is hier aan de hand? » vroeg Andrei hees terwijl hij de kamer binnenkwam.
Marina huiverde en draaide zich om, haar ogen werden groot van verbazing.
« Andrei? Ben je al terug? » Ze keek op haar horloge. « We verwachtten je pas over twee uur. »
« Wij? » Andrei keek van zijn vrouw naar de vreemdeling en weer terug. « Wie is dit? »