
De jonge ouders merkten dat hun oudste zoon elke ochtend de kamer van hun kleine broertje binnenkwam.
In de dagen die volgden, bekeek ze de kamers van haar zoons nauwkeuriger, op zoek naar tekenen of aanwijzingen die de angsten van haar oudste zoon konden verklaren. Ze raadpleegde zelfs een kinderpsycholoog, die suggereerde dat zijn gedrag mogelijk te wijten was aan een diep verantwoordelijkheidsgevoel en zorgzaamheid voor zijn jongere broertjes en zusjes. De psycholoog verzekerde haar dat oudere kinderen vaak fantasiescenario’s creëren om met hun emoties om te gaan.
Desondanks kon de moeder het aanhoudende ongemak niet loslaten. Ze bracht meer tijd door met haar zoons, moedigde hen aan om openlijk met hen te praten en zorgde ervoor dat ze zich geliefd en veilig voelden. Elke ochtend vond ze troost in de aanblik van haar oudste zoon, die zijn jongere broertje omhelsde als een stille beschermer in het ochtendlicht.
Naarmate de weken verstreken, leken de angsten van haar zoon af te nemen. Hij zette zijn ochtendroutine voort, maar er werd niet meer over de schimmige man gesproken. Of het nu een overdreven fantasie was of iets anders, de moeder was dankbaar voor de band die tussen haar kinderen was versterkt.
Uiteindelijk besefte ze dat de ware magie niet in het mysterie van Man-Man lag, maar in de onwankelbare liefde van haar broer, die besloot zijn geliefden te beschermen.