Papa haalde een hand door zijn grijzende haar en haalde onregelmatig adem. « Ik wilde haar dag niet verpesten zonder bewijs, maar ik heb twee nachten geleden iets gevonden. Ik ben naar Davids appartement gegaan om wat oud gereedschap af te geven dat hij geleend had. Hij was niet thuis, maar zijn brievenbus zat vol brieven. Op één stond geen afzender, alleen een naam: Rebecca Morales. Ik herkende hem meteen. »
De naam zei me niets. Ik fronste. « Wie is zij? »
Papa kneep zijn ogen samen. « Je tante. Mijn zus. Die vijfentwintig jaar geleden verdween. »
Het voelde alsof de grond onder me wegzakte. Ik had in de loop der jaren fragmenten gehoord over een verre verwant – gefluister over een lang verloren zus, een oude familieruzie – maar moeder maakte altijd een einde aan het gesprek voordat ik er meer over te weten kon komen. Het verhaal was altijd onvolledig en onsamenhangend.
En nu vertelde papa mij dat David op de een of andere manier een band met haar had?
« Je zegt dat Emily’s man… familie is van je vermiste zus? »
Papa knikte. « De brief was van Rebecca. Ze schreef aan David en noemde hem ‘mijn zoon’. Dat maakt hem jouw neef. Wat betekent… »
Ik voelde me misselijk. « Wat betekent dat Emily net met haar neef is getrouwd. »
De stilte die volgde was oorverdovend. Ik schudde ongelovig mijn hoofd en greep naar strohalmen. « Nee, er moet een vergissing zijn. Misschien is het een andere Rebecca Morales. Misschien is het haar niet. »
Papa sloeg met zijn vuist op het stuur en ik schrok. « Ik wou dat dat waar was. Maar de brief bevatte details die alleen Rebecca had kunnen schrijven – over onze jeugd, over onze ouders. Zij is het. Geen twijfel mogelijk. »
Ik bedekte mijn mond met mijn hand en probeerde adem te halen. De huwelijksreceptie was nog steeds bezig zonder ons, en Emily vroeg zich waarschijnlijk af waarom ik verdwenen was. Ik dacht aan haar dansend, glimlachend, in zalige onwetendheid van de waarheid.
« Waarom heb je de bruiloft niet tegengehouden? » vroeg ik.