Schil en snijd de appels en doe ze in een pan met boter. Voeg het suiker-kaneelmengsel toe tot ze zacht zijn. Haal de pan van het vuur.
Rol het bladerdeeg uit op het aanrecht en zet een kom in het midden. Schik de lange vingers rondom de kom.
Schep een paar eetlepels abrikozenjam over de lange vingers en leg de voorbereide appels erop.
Vouw het buitenste deel van het deeg dicht, snijd het binnenste deel eraf en vouw het weer dicht. Doe het deeg in de pan.
Bestrijk de lange vingers met melk en bestrooi met stukjes walnoot. Bak 35 minuten in de oven op 180 °C.
Serveer de lange vingers op een bord en bestrijk met abrikozenjam. Garneer met poedersuiker en eet smakelijk.
