« O, Mina, » zei Emma, zichtbaar ontspannend. « Je raakt altijd dingen kwijt. Weet je nog dat je dacht dat je je autosleutels kwijt was en ze in de koelkast lagen? Dat was één keer, en ik was 22. Maar je werkt zo hard dat je waarschijnlijk gewoon moe bent en dingen op rare plekken legt. » Ik sloeg met mijn vuist op tafel. Ze schrokken allebei.
Ik weet dat jij het was, zei ik. Ik weet dat je hierheen bent gekomen en mijn spullen hebt meegenomen. Emma’s gezicht werd rood. Wat? Dat is idioot. Hoe durf je ons van diefstal te beschuldigen? Tyler lachte. Echt. Heb je daar bewijs voor? Want dat is een behoorlijk serieuze beschuldiging zonder bewijs. De zelfgenoegzaamheid in zijn stem maakte dat ik mijn wijn in zijn gezicht wilde gooien.
Ik wil alles terug. Ik zei, alles wat je hebt meegenomen, anders bel ik de politie. Emma en Tyler keken elkaar aan en barstten in lachen uit. « Ga je zelf de politie bellen, zus? » zei Emma. « Alsjeblieft. Dat doe je niet. » « Trouwens, » voegde Tyler eraan toe. « Dus, wat als we een paar dingen meenemen? Je kunt het je veroorloven.
Je had ons sowieso meer geld moeten bieden. Weet je, we hebben het moeilijk. Ik ben twee maanden geleden ontslagen. Jij bent twee maanden geleden ontslagen en hebt het me niet verteld. Waarom zouden we? » zei Emma. ‘Zodat je ons de les kunt lezen over verantwoordelijkheid?’ We hebben het prima gered door van me te stelen. ‘Oh, alsjeblieft. Het is geen stelen. We zijn familie.
Wat van jou is, is van mij, toch? Dat is wat familie doet. « Ga mijn huis uit, » zei ik zachtjes. Ze vertrokken, nog steeds lachend. Tyler riep terug dat ik moest kalmeren en niet zo dramatisch moest doen. Zodra ze weg waren, belde ik mijn moeder. Mam, Emma en Tyler hebben van me gestolen. Ze kwamen mijn huis binnen als ik op mijn werk was en namen mijn spullen mee.
Wat, Mina? Dat is belachelijk. Het is niet belachelijk. Het is waar. En als ze niet alles teruggeven of me terugbetalen, ga ik naar de politie. Er viel een stilte aan de andere kant van de lijn. Toen klonk moeders stem, koud en hard. Je gaat de politie niet betrekken bij familiezaken. Je zus verdient minder dan jij. Je koopt al die dure dingen en pronkt ermee.
Kun je het haar kwalijk nemen dat ze in de verleiding kwam? Ben je nu serieus bezig met diefstal te verdedigen? Het is geen diefstal. Je bent dramatisch bezig. En als je naar de politie gaat, je vader, en ik, dan verbreek ik je volledig. Geen contact. Is dat wat je wilt? Ze hing op. Ik zat daar in shock. Mijn moeder had me net gedreigd me te verstoten omdat ik aangifte wilde doen van een misdrijf.