Bereid de bananenschillen voor:
Schil de bananen en bewaar het vruchtvlees voor een ander gebruik.
Week de schillen 30 minuten in kokend water met een snufje zout om ze zachter te maken en de bittere smaak te verwijderen. Snijd de schillen na het weken in dunne reepjes.
Kook de rijst:
Spoel de rijst grondig af. Doe de rijst in een pan, voeg de kokosmelk toe en zoveel water dat de rijst 2 cm onder water staat. Breng aan de kook, zet het vuur lager, doe een deksel op de pan en laat sudderen tot de rijst gaar en luchtig is.
Maak de curry:
Verhit de olie in een pan op middelhoog vuur. Voeg de komijn, koriander en kurkuma toe en bak 1 tot 2 minuten tot ze geurig zijn.
Voeg de gesnipperde ui, knoflook en gember toe en bak tot de ui glazig is.
Roer de bananenschillen erdoor en kook 5 minuten. Voeg groentebouillon of water toe, dek af en laat sudderen tot de schillen zacht zijn.
Meng en serveer:
